Dwangsom voor illegale bewoning arbeidsmigranten te hoog

Last onder dwangsom

Als sprake is van illegale bewoning door bijvoorbeeld arbeidsmigranten, kan het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente daartegen handhaven. Eén van de bevoegdheden die zij daartoe heeft, is het opleggen van een last onder dwangsom, dat inhoudt dat de overtreder een bepaalde termijn krijgt om de overtreding op te heffen (de begunstigingstermijn). Indien de overtreding niet binnen die termijn is beëindigd, verbeurt er van rechtswege een dwangsom.

Geen automatisme toegestaan in hoogte dwangsommen

De hoogte van de dwangsom is nog wel eens onderdeel van discussie. Zo ook in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Raad van State) van 6 maart 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:932). Hierin had het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) een last onder dwangsom opgelegd voor het in strijd met het provinciaal inpassingsplan huisvesten van arbeidsmigranten in een woning.  Aan het einde van de in de last onder dwangsom genoemde begunstigingstermijn was de overtreding nog niet beëindigd, waardoor de dwangsom van € 30.000,- verbeurd was geraakt.

De hoogte van deze dwangsom was door het college bepaald aan de hand van de in het beleid genoemde bandbreedte voor dwangsommen voor overtredingen met een bedrijfsmatig karakter. Het college had echter gekozen voor de hoogst mogelijke dwangsom, nu de bandbreedte tussen € 15.000,- en € 30.000,- lag. In het beleid was tevens bepaald dat het ging om indicatieve dwangsomhoogten en dat de bedragen als leidraad moesten worden gezien. In een concreet geval moest de geschikte hoogte van de dwangsom aan de hand van de beleidsregel worden bepaald.

Door het college was aangevoerd dat bij illegale bewoning altijd voor het maximum bedrag zou worden gekozen, omdat van bewoning door (veel) arbeidsmigranten veel overlast wordt ervaren. Maar, zegt de Raad van State, dat mag niet, want dit duidt op automatisme dat geen recht doet aan de ruimte voor differentiatie die de bandbreedte biedt en aan het indicatieve karakter van het beleidskader.

De Raad van State achtte de € 30.000,- in dit geval te hoog en heeft het bedrag vastgesteld op € 15.000,-. Volgens de Raad van State houdt dit bedrag, in verhouding tot de huuropbrengsten, een voldoende prikkel in om een einde te maken aan de overtreding.

Conclusie

Let als eigenaar/verhuurder van een woning dus altijd op zodra je een (voornemen tot een) last onder dwangsom ontvangt. Het is van belang na te gaan wat het karakter van het beleidskader is en of het college wellicht (automatisch) een bepaald (te hoog) bedrag aan de last heeft verbonden. Ik denk hier graag over mee.

meer weten over onze expertises?

auteur(s)

Nicky Loekemeijer

deel dit artikel

gerelateerde artikelen

We nemen binnen een werkdag contact met u op