Het nieuwe reparatierecht: kansen of risico’s voor de markt?

Dit is een belangrijke stap in de richting van een kringloopeconomie, waarin grondstoffen zo duurzaam en efficiënt mogelijk worden gebruikt. Op 2 februari 2024 is vervolgens een voorlopig akkoord bereikt over dit voorstel door het Europees Parlement en de Europese Raad. Wat houdt dit voorstel precies in en wat gaat dit voor de retailsector betekenen als dit voorstel onderdeel wordt van de nationale wetgevingen?

Reparatierecht

De richtlijn is van toepassing op de reparatie van door consumenten gekochte goederen in het geval een dergelijk goed gebrekkig is of in het geval dat een gebrek aan het licht komt buiten de aansprakelijkheid van de verkoper (overeenkomstig artikel 10 van de richtlijn (EU) 2019/771). Hiermee is het nieuwe richtlijnvoorstel over reparatie een aanvulling op voornoemde richtlijn. Uit deze richtlijn volgt dat de verkoper jegens de consument aansprakelijk is voor elk type gebrek dat reeds aanwezig is bij de levering van de goederen én dat binnen twee jaar na de levering daarvan aan het licht komt. De verkoper is dan verplicht om het goed te repareren of te vervangen.

In beginsel kan de consument volgens de bestaande richtlijn kiezen tussen reparatie of vervanging van het goed. Het nieuwe voorstel voor het recht op reparatie hanteert een andere werkwijze. Het voorstel zegt dat de verkoper altijd zal moeten overgaan tot reparatie indien de kosten voor vervanging hetzelfde zijn als of hoger zijn dan de kosten voor reparatie. Op dat punt zal de nieuwe richtlijn dus een verandering met zich meebrengen voor verkopers.

Overeenkomsten aangaande het verlenen van reparatiediensten zullen op basis van de nieuwe richtlijn derhalve moeten worden aangepast of nieuw worden opgesteld. Dit zal voornamelijk voor kleine- en middelgrote ondernemingen gevolgen hebben omdat zij in grote mate vertegenwoordigd zijn in de reparatiesector.

Het blijft echter niet enkel bij een reparatieverplichting voor verkopers. In het voorstel voor de richtlijn komt namelijk ook een reparatieverplichting naar voren voor gevallen die buiten de aansprakelijkheid van de verkoper vallen. Lidstaten moeten er op basis van het voorstel voor zorgen dat producenten op verzoek van consumenten kosteloos, tegen betaling van een prijs of een andere tegenprestatie goederen die voldoen aan de repareerbaarheidsvereisten moeten repareren.

Consumenten moeten wanneer de goederen voldoen aan bepaalde repareerbaarheidsvereisten, in staat worden gesteld om gebrekkige goederen te laten herstellen, ook na afloop van de wettelijke garantietijd. De goederen die voldoen aan deze vereisten zijn goederen met een bepaald ecologisch ontwerp, zoals wasmachines, afwasmachines, stofzuigers en koelapparaten. Deze lijst van goederen kan worden gewijzigd door toevoeging van nieuwe productgroepen. Dit betekent dat op basis van het richtlijnvoorstel onder omstandigheden ook voor producenten een reparatieverplichting bestaat.

Informatieplicht

Wanneer producenten verplicht zijn om goederen te repareren, zijn zij ook verplicht om de consumenten hierover te informeren en informatie te vertrekken over reparatiediensten. Deze informatieplicht heeft als doel om consumenten op de hoogte te stellen van de reparatieverplichting en zo de keuze voor reparatie te vergroten.

Op welke wijze dit aan de consument ter kennis wordt gegeven staat de producenten in beginsel vrij, zoals via een online platform. Daarbij is het wel van belang dat de producenten deze informatie op een duidelijke en begrijpelijke wijze beschikbaar stellen en één en ander eenvoudig toegankelijk is voor de consument zonder ernaar te moeten vragen. Informatie die vermeld zal moeten worden is onder meer welke relevante goederen onder de reparatieverplichting vallen, samen met een uitleg over de reparatie zelf en in welke mate reparatie wordt aangeboden voor die goederen.

Daarnaast regelt artikel 7 van het voorstel voor de richtlijn dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat voor eigen grondgebied minstens één online platform beschikbaar is waarop consumenten reparateurs kunnen vinden. Naast het vertrekken van informatie aan de consument over de reparatieverplichting, moet ook informatie worden vertrekt die de consument helpt bij het identificeren en kiezen van geschikte reparatiediensten. Hiervoor dient het Europees reparatie-informatieformulier en moet door de consument kunnen worden opgevraagd bij zowel de producent als bij de verkoper.

Risico’s en kansen voor retailers

Retailers zijn vrijwel altijd afhankelijk van de verkoop van nieuwe producten. Na de verkoop van een product en het verlopen van de garantieperiode, speelt de retailer in beginsel geen rol meer in de keten. Het recht op reparatie kan dat gaan doorbreken. Immers, indien consumenten steeds eenvoudiger hun producten kunnen laten repareren en niet meer kiezen voor vervanging, zal dit mogelijk gaan leiden tot minder omzet aan de zijde van de retailer. Daarnaast kunnen retailers te maken krijgen met hogere kosten (niet alleen voor de reparatie zelf, maar ook op logistiek vlak) en andere verplichtingen om aan de nieuwe richtlijn te kunnen voldoen.

Daarentegen brengen de verplichtingen ook kansen met zich mee voor retailers. Zo kan worden ingespeeld op onderscheiding in de markt en worden ingespeeld op de toenemende vraag naar duurzame producten. Ook kunnen de reparaties juist extra omzet opleveren en daarnaast is het een manier om de consument naar de winkel te krijgen, waardoor mogelijk extra (duurzame) producten gekocht zullen worden.

Voor kleinere retailers kunnen er ook kansen liggen in de samenwerking met andere (grotere) partijen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld samen gaan werken met fabrikanten, leveranciers, reparateurs en platforms. Daardoor kunnen kleinere retailers hun kennis, competenties en infrastructuur voor reparatie optimaliseren. Ook kunnen kosten en risico’s worden gedeeld en schaalvoordelen en marktbereik worden vergroot.

Inwerkingtreding van het voorstel

Het voorstel is inmiddels goedgekeurd door het Europees Parlement, nu moet het nog formele goedkeuring krijgen van de Europese Commissie. Tot slot zal de richtlijn geïmplementeerd moeten worden in de Nederlandse wetgeving. Vanaf dat moment zal dit voorstel als nationale wetgeving gelden. Voor wat betreft deze richtlijn zijn de EU-lidstaten verplicht uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn de nodige maatregelen te nemen om aan deze richtlijn te voldoen.

Nog even afwachten dus, maar vaststaat dat de richtlijn er gaat komen. Na goedkeuring van de Europese Commissie en publicatie in het Publicatieblad zullen de nieuwe regels binnen twee jaar gaan gelden. En risico’s of kansen: het is zaak dat verkopers en producenten zich goed (financieel) gaan voorbereiden, de juiste partners en strategieën gaan kiezen en hier waar nodig overeenkomsten voor laten opstellen of hierop laten aanpassen. Ons team contractenrecht denkt hier graag over mee.

meer weten over onze expertises?

auteur(s)

Frédérique Vos

Advocaat | Curator

deel dit artikel

gerelateerde artikelen

We nemen binnen een werkdag contact met u op